voor de docent

2.

Lievelingsplek en kleuren

Ga verder

Docentenhandleiding

2. Lievelingsplek en kleuren

Doel

- De kinderen leren met aandacht te kijken naar de verschillende kleuren om hen heen.
- De kinderen worden zich bewust van een plek waar ze zich fijn voelen.


Benodigdheden

Digibord

Tijd

± 10 minuten

Over de speloefening
In de voorstelling wordt Nadia nieuwsgierig naar andere kleuren en gaat ze op zoek. In deze oefening gaan de kinderen spelenderwijs op zoek naar kleuren.
Ook komen de kinderen in aanraking met het begrip 'veiligheid', dit is een belangrijk thema in de voorstelling.



Opdracht:
2.1 - Fijne plekken

Vraag de kinderen wat zij een fijne plek vinden thuis.
Wat voor geluiden zijn daar? En welke kleuren?

Wat vinden ze een fijne plek buiten?
Wat hoor je daar? Wat zie je? En welke kleuren zijn daar?

En wat is de fijnste plek in de klas?
Een plek om te zitten of te staan, of misschien wel te liggen. Als ze de plek in de klas weten, dan sluipen ze er heel zachtjes heen..

Zeg dat ze op dit plekje lekker mogen gaan zitten of liggen en vraag ze om heel goed om zich heen te kijken.

2.2 - Ik zie, ik zie...
Het spel gaat als volgt:
"Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en de kleur is... rood!
Waar zie jij rood? Wijs maar aan."


Stel dezelfde vraag bij andere kleuren.

Welke kleuren zie je nog meer?
Wie kan er een kleur noemen die nog niet is geweest?"

Geef nu de kinderen zelf de beurt. Ze beginnen met:
"ik zie, ik zie wat jij niet ziet en de kleur is ..."
Als de anderen iets in die kleur zien, wijzen ze ernaar.



Tip

.

Wat is jouw fijnste plek ?

Thuis

Buiten

Klas

4. Wereld

Volgende opdracht

Ga verder

voor de docent