Nagesprek
Geef de kinderen ruimschoots de gelegenheid om te reageren op wat ze gezien, gehoord en beleefd hebben. Bespreek met de kinderen wat ze nog weten van de voorstelling. Hierbij kun je de voorstellingsfoto's gebruiken.

De reflectievragen zijn in vier categorieën ingedeeld. Deze categorieën kun je gebruiken om een lijn in het nagesprek te brengen, maar dat hoeft natuurlijk niet.

Thema’s en tegenstellingen die je kan bespreken zijn:

Veel kleuren – Eén  kleur

Veiligheid – Nieuwsgierig zijn

Dromen –Wakker zijn

4.1 Persoonlijke ervaring – de beleving van de kinderen

• Wat vond je mooi?
• Wat vond je spannend?
• Waar moest je om lachen?
• Wat vond je niet leuk?

Het kan leuk zijn om ieder kind één woord te laten kiezen om de voorstelling te beschrijven. Al deze woorden samen omvatten dan waar de voorstelling over gaat.

4.2 De voorstelling – Wat heb je gezien en gehoord?

• Wat heb je gezien? (denk aan: decor/kostuum/attributen/licht)
• Wat heb je gehoord? (denk aan: geluid/muziek)

4.3 De makers – Onderwerp en betekenis

• Was er iets in de voorstelling dat je wel eens eerder gehoord, gezien of gevoeld hebt?
• Waren er dingen in de voorstelling die je nog nooit gehoord, gezien of gevoeld hebt?
• Ging je ergens over nadenken door de voorstelling? Waarover ging je nadenken?

4.4 De wereld – De voorstelling in de context van onze tijd

• Was er iets in de voorstelling waar je aan moest denken? Iets dat echt gebeurd is bijvoorbeeld bij jullie thuis of op school?