voor de docent

4. Bespreken na de voorstelling

Nagesprek

Ga verder

Docentenhandleiding

4. Nagesprek

Doel
Door te reflecteren op een kunstervaring vormen kinderen blijvende, persoonlijke en betekenisvolle herinneringen. Praten over kunst zet aan tot vragen stellen, inleven en verbeelden.

Kerndoel 55 Kunstzinnige oriëntatie
De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.

Tijd
± 15 minuten.

4.1 Denk terug aan de voorstelling Hotel Hierwaardaar...

Laat de kinderen terugdenken aan de voorstelling en bespreek wat ze in eerste instantie hebben gezien en onthouden.

4.2 Bekijk de voorstellingsfoto's
Gebruik de voorstellingsfoto’s in de tweede slide om je te helpen de voorstelling nog scherper voor de geest te halen.

4.3 Nagesprek
De reflectievragen zijn in vier categorieën ingedeeld, die je kunt zien in slide 3. Deze categorieën kun je gebruiken om een lijn in het nagesprek te brengen, maar dat hoeft natuurlijk niet.

 1. De voorstelling - Wat heb je gezien en gehoord?

  • Wat heb je gezien? (denk aan: decor/kostuum/attributen/licht)
  • Wat heb je gehoord? (denk aan: geluid/muziek)

Tip

Bespreek met de leerlingen het verschil tussen observatie en interpretatie. Hoewel iedereen dezelfde voorstelling heeft gezien, ervaar je het toch allemaal anders.

    2. Persoonlijke ervaring – de beleving van de kinderen

    • Wat vond je mooi?
    • Wat vond je spannend?
    • Waar moest je om lachen?
    • Wat vond je niet leuk?

    Tip

    Het is interessant om hierbij te bespreken welk effect het decor, het kostuum, de muziek, de attributen en de speelstijl hebben. Waarom zouden de makers van de voorstelling hiervoor hebben gekozen?

    3. De makers – Onderwerp en betekenis

    • Waar ging de voorstelling over? (let op, er bestaat geen goed/fout antwoord, dit is voor iedereen anders.)
    • Heeft de voorstelling je aan het denken gezet? Ben je door het zien van de voorstelling ergens anders over gaan denken?

    Tip

    Het kan leuk zijn om ieder kind 1 woord te laten kiezen om de voorstelling te beschrijven. Al deze woorden samen omvatten dan waar de voorstelling over gaat.

    4. De wereld – De voorstelling in de context van onze tijd

    • Gaat de voorstelling in op iets wat er nu gebeurt of gebeurd is in de wereld om je heen?

    4.1 Denk terug aan de voorstelling Hotel Hierwaardaar...

    • Wat heb je gezien?
    • Wat heb je onthouden?

    Ga verder

    4.2 Bekijk de foto's

    Voordat we beginnen met het nagesprek bekijken we foto's van de voorstelling.
    Wat herinner jij je nog van de voorstelling?

    Bekijk slideshow

    Ga verder

    4.3 Nagesprek

    1. Voorstelling

    2. Ik

    3. Makers

    4. Wereld

    Volgende opdracht

    voor de docent