voor de docent

2. Bespreken

Verschillend of hetzelfde?

Ga verder

Docentenhandleiding

2. Verschillend of hetzelfde?

Doel  

De leerlingen leren thema's uit de voorstelling te koppelen aan hun eigen omgeving en hun gedachten te verwoorden door middel van beweging. 


Kerndoel 3
De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.


Kerndoel 38
De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.

Benodigdheden

- Digibord

- Printer
Printje dierenplaatjes


Tijd

± 25 minuten

Voorbereiding en achtergrond info voor docent ± 5 min

Print vooraf deze dierenplaatjes en knip ze uit. Leg de stapel klaar voor de spelopdracht hieronder.


Achtergrondinfo voor docent:

We zien vaak heel snel wat hetzelfde is en waarin mensen verschillen. Meestal kiezen we sneller voor dingen die we al kennen of op onszelf lijken. Als we nog heel klein zijn vallen vooral de verschillen aan de buitenkant ons op. Onze hersenen gebruiken deze informatie om de wereld te begrijpen. Naarmate je groter wordt, zul je ontdekken dat van de verschillen aan de binnenkant je het meeste kunt leren!


Onderstaande oefening gaat over het bewust worden van verschillen/ eigenschappen die je aan de buitenkant kunt zien én welke aan de binnenkant zitten, die je niet kunt zien.


Inleiding 

Een groep of klas is leuk omdat niemand precies hetzelfde is. Gelukkig maar, want het zou heel saai zijn als we allemaal precies hetzelfde waren!  


Wat hebben we allemaal wél hetzelfde? Bijvoorbeeld: dezelfde school, een neus, we dragen allemaal schoenen, we zijn allemaal wel eens verdrietig, enz. 

We hebben dus veel dingen hetzelfde, maar toch zijn we niet helemaal hetzelfde.


Raadspel: Welke dieren zijn hetzelfde? ± 15 min

Geef elke leerling een kaartje van de stapel die je eerder hebt klaargelegd. De leerlingen moeten hun dier(plaatje) nog geheim houden voor de rest.


 Spelregels

  1.  De leerlingen lopen kriskras door het lokaal (of zittend en kinderen laten doorschuiven naar ander tafelgroepje). 
  2. Als de leerkracht klapt, komt iedereen zo snel mogelijk in een kring staan. Wijs één kind aan dat in de kring mag gaan staan.
  3. De leerkracht stelt onderstaande vragen. Als het kind in de kring ‘ja’ zegt mogen de leerlingen die de vraag ook met 'ja' kunnen beantwoorden ook in de kring gaan staan.
  4. Als er een aantal kinderen in de kring staan, zegt de leerkracht ‘Rara welk dier ben jij?’. Dan beelden die kinderen één voor één hun dier uit en komen op de klap weer in de kring staan.


Vragen:

heeft jouw dier...

-een lichte/ donkere kleur? 

-lange/ korte poten? 

-lange/ korte staart? 

-wollige/ gladde vacht? 

-enzovoorts. 


Is jouw dier...

-een dag-/ nachtdier?

-snel/ langzaam?

-groot/ klein?

enzovoorts.


Houdt jouw dier van... 

-gras/ zaadjes/ vlees/ schillen eten? 

-door de modder rollen?

-van klauteren? 

-van lekker hoog? 

-dicht bij de grond? 

-vies worden? 

-schoon zijn? 

-mensen? 

-van aaien/knuffelen?

enzovoorts. 


Woont jouw dier...  

-een boom? 

-in een hok? 

-in een stal?

-in een wei?

-in een hol?

-in een nest?

enzovoorts. 


Kan jouw dier... 

-piepen? 

-knorren? 

-snuffelen? 

-enzovoorts.





Suggesties voor nabespreken ± 5 min 

  • Bespreek dat er ontelbaar veel groepjes te maken zijn en dat sommige dieren dezelfde dingen hadden, maar dat je die niet aan de buitenkant kon zien. Dat is ook zo bij mensen. Jij hebt ook vast iets dat je klasgenootjes misschien niet weten en dat je aan de buitenkant niet kan zien, maar dat wel echt bij jou hoort. Iedereen is uniek. De ene keer valt dat meer op in een groep dan de andere keer. Soms is dat fijn en soms kun je je daar verdrietig of alleen door voelen.
  • Geef ruimte aan leerlingen om met voorbeelden te komen en geef eventueel een voorbeeld van jezelf. Of je nou een dier bent of een mens: je mag jezelf zijn, van binnen èn van buiten. 

Boeken-

tip

Het lammetje dat een varken is en Kamiel de kameel, geschreven door Pim Lammers.

Extra informatie voor de leerkracht

Wist je dat in Zweden de kleuterklassen ‘gender-neutraal’ zijn ingericht, zonder stereotype speelgoed of hoeken die onderscheid maken tussen typische jongens- en meisjesactiviteiten? 


Lees er hier meer over:  

https://www.famme.nl/zweden-genderneutrale-kleuterscholen/   


In de documentaire-serie 'No more boys and girls' van de BBC probeert een dokter de grenzen tussen jongens en meisjes op te heffen op een basisschool

Video-

tip

Bekijk deze video voor meer info over het ontstaan van het boek Het lammetje dat een varken is.

Spelopdracht:

Welke dieren lijken op elkaar?

voor de docent

Volgende opdracht