5.1 Inleiding

Elk kind heeft het recht om diens eigen mening te uiten. Maar je mening uiten is niet voor elk kind gemakkelijk. Het is goed om dat te oefenen, juist in de klas.  

Speloefening: Cross the line ± 15 min

Maak twee lijnen parallel aan elkaar op de grond met krijt of schilderstape, of gebruik de lijnen in de gymzaal. Verdeel de groep in tweeën en laat de leerlingen twee rijen vormen aan de buitenkant van beide lijnen met de gezichten naar elkaar toe . Er is ongeveer 2 meter afstand tussen de rijen. 

Zeg dan: "Loop over de streep als... (hier komt een stelling)". 

Bijvoorbeeld: Loop over de streep als je ooit in een ander land bent geweest, of als je van sporten houdt. Nadat iedereen een plek heeft ingenomen kun je kort ingaan op welk land of sport, het waarom, welk gevoel erbij hoort, enz.

De stellingen hieronder gaan in op thema’s in de voorstelling:

Loop over de streep als...

1. je vindt dat vrienden dezelfde mening moeten hebben.
2. je soms bang bent om je mening te geven.
3. je ooit iets hebt gezegd of gedaan om maar erbij te horen.
4. je iemand kent die niet opgevoed wordt door een vader en een moeder.
5. mensen je naam vaak verkeerd uitspreken.
6. je ooit iets hebt gedaan waar je spijt van hebt. 
7. je je ooit alleen of niet welkom hebt gevoeld.
8. je vindt dat sommige schoenen alleen voor meisjes zijn.
9. je bang bent voor spinnen. 
10. je vindt dat een jongen verpleegster kan worden.
11. je vindt dat een meisje brandweerman kan worden.
12. je het weleens moeilijk vindt om te laten merken aan een klasgenootje hoe je je voelt. 
13. je weleens bang bent om jezelf te zijn in een groep. 
14. je ooit hebt gehoord dat jongens niet mogen huilen.
15. je vindt dat bepaald speelgoed niet geschikt is voor jongens of meisjes. 
16. er weleens grapjes over jou zijn gemaakt die je niet leuk vond. 
17. je het wel eens lastig vond om te zeggen dat je het gedrag van een ander niet leuk vond.
18. je iemand kent die ervoor kan zorgen dat je je ergens fijn voelt. 
19. je weet wat voor jou belangrijk is om je fijn te voelen.
20. je weet wat je kunt doen om een ander zich fijn te laten voelen.

Klassengesprek

Voer na afloop van de activiteit een klassengesprek door in te gaan op vragen als: Hoe voelde het om over de streep te lopen? Hoe was het als er maar weinig kinderen aan één kant van de streep waren? Wat heb je onthouden?

5.2 Dit-zijn-wij-vriendsschapsslinger ± 25 min

Voorbereiding en inleiding

Maak een bruggetje vanuit het klassegesprek bij 5.1 naar jullie eigen groep, dat iedereen zichzelf mag zijn en hoe jullie er samen voor kunnen zorgen dat iedereen zichzelf kan zijn. Door samen een vriendschapsslinger te maken en op te hangen in de klas kun je de thema's vriendschap en jezelf zijn extra aandacht geven.

Verzamel de benodigdheden (zie kader) en maak per twee leerlingen één printje van de tekenmal. 

Tip: Gebruik mooi stevig papier om de mal uit te printen.

Stappenplan voorkant dit-ben-ik-tekening

1. Maak een tekening van jezelf en gebruik kleuren die echt bij jou passen.
2. Waar de lijntjes staan, teken je de handen en het hoofd.
3. Op het lijf komen nog woorden te staan, dus maak jezelf niet te dun!
4. Knip jezelf uit.

Stappenplan achterkant dit-ben-ik-tekening

1. Vraag de leerlingen wat woorden zijn die echt bij hen horen. Denk aan hobby's, eigenschappen lievelingseten, enz. Laat ze hun naam en deze woorden opschrijven aan de achterkant van de tekening. 
2. Stel dan de volgende vragen over vriendschap:
   • Wat is voor jou belangrijk om je fijn te voelen?
   • Hoe kun je iemand anders helpen om zich fijn te voelen?

Laat ze de belangrijkste woorden uit de antwoorden opschrijven op de achterkant van de tekening.

Presentatie dit-zijn-wij-vriendschapsslinger

Klaar? Verzamel alle tekeningen en maak er een slinger van.