7.1 De grotschilderingen van Lascaux (10 minuten)
In de voorstelling Talking Hands waren beelden van oeroude rotsschilderingen te zien die tienduizenden jaren geleden werden gemaakt door de prehistorische mens. Er zijn op heel veel plekken in de wereld grottekeningen gevonden, zoals in Australie, India, Indonesië, Zuid-Afrika en Argentinië. Ook in Europa zijn honderden voorbeelden van grottenkunst.

Bekijk met de klas de grotschilderingen van Lascaux op het Digibord (slide 2).

De oude schilderingen in de grotten van Lascaux waren één van de inspiratiebronnen voor de voorstelling. Vaak worden dit soort belangrijke archeologische vondsten per toeval ontdekt. In 1940 kropen enkele tieners en hun hond door een dunne spleet in de rotsen en ontdekten ze zalen vol met prehistorische tekeningen. Naast afbeeldingen van dieren zijn er deze schilderingen van handen gevonden.

Stel je voor dat je je hand op zo'n handschildering zou leggen, dan maak je misschien contact met een van je voor-voorouders en overbrug je een periode van tienduizenden jaren. Een soort highfive met het verleden...

Bespreek de volgende vragen met elkaar:

• Wie zouden deze handschilderingen hebben gemaakt volgens jou? Waardoor denk je dat?
• En zijn het eigenlijk afdrukken die je ziet of omtrekken?
• Waarom zouden deze handomtrekken gemaakt zijn?

7.2 Unieke handen (25 minuten)

Handen zeggen veel over een persoon en zijn door de eeuwen heen een geliefd onderwerp in de kunst. Er wordt wel gezegd dat je de meesterschilder herkent aan hoe de handen geschilderd zijn.

Tekenopdracht

Vertel de leerlingen dat zij een eigen kunstwerk gaan maken met hun eigen handen als inspiratie. Deel A4tjes uit en een tekenpotlood.

Stap 1

Schrijf/teken jouw antwoord op deze vragen:

• Wat hebben jouw handen allemaal aangeraakt sinds je wakker bent? Voorbeelden: een lichtknop, ontbijtspullen, kleding, water, etc.
• Hoe voelde dat? Voorbeelden: warm/ koud, zacht/ hard, glad/ ruw, etc.
• Welke ervaring(en) zullen je handen nooit meer vergeten? Voorbeelden: zand door je vingers, gebrand aan iets heets, sneeuw aanraken, etc. 

Stap 2

Deel uit de (gekleurde) A4tjes, wit A4tje, gekleurde potloden, balpen, verf, lijm, scharen en oude tijdschriften. 

Stap 3 (inclusief foto's op slide 3)

• Leg je hand op het witte A4tje en teken hem over, zodat je ongeveer weet waar je zometeen kunt gaan schilderen, plakken en/of tekenen.
• Ga aan de slag met de materialen. Je hoeft niet binnen de lijntjes te blijven, want je knipt de hand later netjes uit.
• Knip de hand uit. 
• Plak de uitgeknipte hand op het gekleurde A4-papier.
• Schrijf unieke hand-ervaringen in steekwoorden rondom je hand op het gekleurde papier.

Nb. Wil je versieringen tekenen? In de slideshow, op slide 4,  kun je ideeën opdoen over verschillende patronen van handversieringen uit verschillende werelddelen.
Laat de vormgeving van je hand passen bij de unieke ervaringen van jouw handen.

Bespreken (5 minuten)

Aan het einde van de opdracht kun je klassikaal of in groepjes elkaars werk nabespreken. Welke verhalen vertellen de handen? Hoe was het om deze opdracht te doen? Wat valt je op aan het werk van de ander? Zijn er overeenkomsten of verschillen?